Menu

Waar is de koelkast?

Hans Bolten

Psychiaters gluren in je onbewuste, therapeuten nemen je trauma’s onder handen en filosofen schijnen aan je vooronderstellingen te peuteren. Ik hoor dat laatste vooral van hobby-filosofen. Laatst las ik op de website van zo iemand:
“Een vooronderstelling is een idee dat verborgen is in een vraag of verklaring. Bijvoorbeeld: iemand die vraagt ‘waar is de koelkast?’ heeft waarschijnlijk honger. De kans is namelijk heel klein dat iemand een fetisj heeft voor witte koelkasten en om die reden vraagt waar de koelkast is.”
Grote kans dat die honger heeft? Ja, duh… nogal wiedes. Hoewel? Als je niet nadenkt, ja. Maar als je wél nadenkt blijkt het gewoon onzin te zijn - mensen hébben geen honger of dorst als ze vragen ‘waar is de koelkast?’. Normaal gesproken tenminste niet. Wie in het filosoferen uit het oog verliest wat we in normale omstandigheden met onze woorden doen, is op een kansloze missie.
‘Waar is de koelkast?’ Waarom zou iemand, laat ik hem Koos noemen, dat vragen? Waar en wanneer is dat een normale vraag? Niet bij Koos thuis, denk ik, of hij moet heel erg in de war zijn - of van vakantie terugkomen, in de keuken een blinde muur zien en verbaasd vragen: ‘waar is de koelkast?’. Geen honger dus. Misschien bij jou op bezoek dan? Wat zou je denken, als Koos dat zomaar vroeg, ‘waar is de koelkast?’? Dat zou het een rare vraag zijn, eentje die je naar een verklaring doet zoeken. En de verklaring dat hij honger heeft is dan te ver gezocht. Waarom zou hij zo’n onbeleefde vraag stellen en niet gewoon zeggen ‘Joh, ik heb al uren niets gegeten. Heb je misschien een broodje voor me ofzo?’.
Wanneer is het wél normaal om te vragen ‘waar is de koelkast?’. Wat dacht je hiervan: je geeft een feestje en hebt een cateraar besteld. Die komt op de afgesproken tijd en zet kratten met serviesgoed in de gang. Even later staat hij voor je met een dienblad met hapjes en vraagt ‘waar is de koelkast?’. Geen rare vraag toch? Denk je nu dat de cateraar honger heeft? Of dit: je koelkast is stuk en je laat een monteur komen. Hij komt binnen, je geeft hem een kopje koffie en jullie kletsen wat. Na enkele minuten staat hij op en vraagt ‘waar is de koelkast?’. Denk je nu dat hij zijn broodtrommel vergeten is en honger heeft? Dat zou een bizarre gedachte zijn. Kortom: in gewone omstandigheden, waarin de vraag ‘waar is de koelkast?’ een normale en begrijpelijke vraag is, is het dwaas te denken dat de vraagsteller honger heeft.
De vraag is nu: hoe komt onze hobby-filosoof op de gedachte dat mensen die vraag wél stellen omdat ze honger hebben? Misschien hierdoor: normaal gesproken loopt hij, of zij, zonder iets te vragen, naar de koelkast omdat hij honger of dorst heeft. Dit beeld, de ‘gang naar’ de koelkast, is vermengd met de ‘vraag naar’ de koelkast. Alsof Koos met zijn vraag dezelfde, maar virtuele, gang naar de koelkast maakt, om dezelfde reden. Maar de ‘gang naar’ is niet de ‘vraag naar’ de koelkast. Hoewel soms bijna. Bijvoorbeeld als je ‘s nachts honger hebt en op blote voeten door je keuken-in-aanbouw naar de koelkast loopt. Halverwege de koelkast valt het licht uit – pikdonker. Op de tast stommel je door de keuken, stoot je tenen tegen een gereedschapskist, je hoofd aan een kastdeurtje en moppert: ‘waar is de koelkast?’. Omdat je honger hebt? Omdat je niet weet waar de koelkast is?

***

Geef Commentaar via Linkedin.
Verwensingen, vragen, complimenten hartekreten en veroordelingen zijn ook welkom!

AGENDA

Socraticus: 30 juni-4 juli en
25-30 augustus.
Socratisch gespreksleider: 14-19 juli.

17-18 juni (ma/di)
30 sep - 1 okt (ma/di)
28-29 okt (ma/di)
2-3 dec (ma/di)

Deze website houdt statistieken van uw bezoek bij. Wij gebruiken hiervoor Google Analytics, maar zonder persoonlijke gegevens door te geven. Geef hier uw keuze aan.